Wat betekenen onze familienamen?

Eigennamen betekenen op zichzelf niets: ze dienen om te verwijzen naar individuele personen en plaatsen. Als mensen vragen ‘wat betekent mijn familienaam?’ willen ze eigenlijk de historische, de etymologische betekenis van hun naam kennen. Volgens dit criterium kunnen we verschillende typen familienamen onderscheiden.

Haast alle eigennamen zijn ontstaan uit soortnamen. Aanvankelijk hadden ze voor kortere of langere tijd dezelfde betekenis als deze soortnamen: de eerste drager van de naam Timmerman was ongetwijfeld een timmerman; in een nederzetting die men Zevenhuizen begon te noemen, stonden aanvankelijk zeven huizen.

Maar op het ogenblik dat een soortnaam eigennaam wordt, gaat de lexicale betekenis verloren: de heer Debacker hoeft geen bakker te zijn, de familie Molenaar maalt al lang niet meer. En in de gemeente Zevenhuizen staan intussen duizenden woningen.

Als er weinig of niets is veranderd aan de vorm van het woord, is de etymologische betekenis van onze familienamen nog doorzichtig, bv. de familienamen Desmet, De Jong, Ooms, Van Ginderachter. Maar heel wat familienamen bevatten woorden die uit de gewone woordenschat verdwenen zijn. De familienaam De Boosere is bijvoorbeeld een bijnaam voor een kegelaar.

Welke typen familienamen zijn er?

We kunnen de familienamen in vier groepen indelen:

  1. Afstammingsnamen
  2. Geografische namen
  3. Beroepsnamen
  4. Eigenschapsnamen

Afstammingsnamen

Afstammingsnamen duiden een genealogische relatie aan: afstamming van de vader (patroniem), van de moeder (metroniem), of van een persoon uit de ruimere familie (overige verwantschapsnamen).

Patroniemen zijn gevormd met de voornaam van de vader, bijv. Peeters, Janssens, Hendriksen, Pieterse, Gijsbrecht, Adams, Florizoone.

Metroniemen zijn gevormd met de voornaam van de moeder, bijv. Mariën, Beliën, Luyts, Verleyen.

Overige verwantschapsnamen: bijv. Ooms, De Neve.

Geografische namen

Geografische namen geven de aardrijkskundige herkomst van de naamdrager aan, hetzij van grotere, hetzij van kleinere eenheden. Herkomstnamen bevatten voornamelijk stads-, dorps- of streeknamen: aardrijkskundige benamingen die al tot vaste plaatsnamen of toponiemen waren versteend op het moment dat er bijnamen mee werden gevormd.

Voorbeelden van herkomstnamen: Van Mechelen, Van Leiden, Brusselmans, De Waal, Hollanders.

Adresnamen gaan veelal terug op microtoponiemen: namen van kleine geografische eenheden zoals huizen, boerderijen, velden, waterlopen, straten. Net als herkomstnamen bevatten adresnamen dus een aardrijkskundige benaming, maar er zijn enkele verschillen: Herkomstnamen verwijzen in principe naar de voormalige woonplaats van de eerste naamdrager, adresnamen naar de woonplaats op het moment dat de naam werd gevormd.

Adresnamen kunnen bovendien ook zijn gevormd aan de hand van de woorden die men gebruikte om de woonplaats van de naamdrager te omschrijven. Zo kan de stamvader van een familie Van de Velde inderdaad aan of op een veld hebben gewoond. Maar helemaal zeker is dat niet: hij kan zijn naam ook te danken hebben aan een stuk landbouwgrond dat door de plaatselijke bevolking nog steeds als “veld” werd aangeduid.

Voorbeelden van adresnamen: Van Acker, Verhoeven, Vandermeulen, Vandeweghe, Uyttendaele, Hordijk, Put, Broeks.

Beroepsnamen

Beroepsnamen duiden het beroep, het ambt of de activiteit van de eerste naamdrager aan. Beroepsnamen geven een idee van wat mensen vroeger deden: bijv. Brouwers, De Decker, Visser, De Clerck, Smit of welk ambt ze bekleedden: bijv. Scholten, De Meier, Droste.

De meeste beroepsnamen komen uit het stedelijke milieu: bijv. Kuiper, Wevers, Olieslager, Barbiers, De Baerdemaeker, De Keersmaecker. Op het platteland hield men zich hoofdzakelijk bezig met landbouw, met uitzondering van de bakker, de molenaar, de smid, de wagenmaker: bijv. Bakker, Mulder, Smets, Ramakers, De Vleeschouwer.

Eigenschapsnamen

Eigenschapsnamen verwijzen naar opvallende fysieke of psychische eigenschappen van de eerste naamdrager.

Fysieke eigenschappen, bijvoorbeeld: De Groot, De Langhe, De Wit, Holvoet.

Psychische eigenschappen, bijvoorbeeld: De Wilde, Strijders, Goeman.

Ook diernamen, waarbij mensen met dieren worden vergeleken, worden tot de groep van de eigenschapsnamen gerekend, bijvoorbeeld: Devos, De Pauw, De Leeuw.

Waar kunt u de etymologische betekenis van uw familienaam opzoeken?

De oorspronkelijke betekenis van onze familienamen wordt verklaard in etymologische en historische (namen)woordenboeken.

Voor België:

Nederlandstalig: Dr. Frans Debrabandere: Woordenboek van de familienamen in België en Noord-Frankrijk. Grondig herziene en vermeerderde uitgave. L.J Veen Amsterdam/Antwerpen, 2003.

Franstalig: Jules Herbillon et Jean Germain: Dictionnaire des noms de famille en Belgique romane et dans les régions limitrophes (Flandre, France du Nord, Luxembourg). Crédit communal, Bruxelles, 1996.

Voor Nederland:

Familienamendatabank van het Meertens Instituut te Amsterdam.

Auteur: Ann Marynissen.

In deze sectie: