Motieven bij de naamkeuze
Op deze en andere vragen geeft een NIPO-enquête antwoord. Het gaat om een telefonisch vraaggesprek dat eind 1995 is gehouden onder ouders met kinderen tot vier jaar. In totaal werden 3.987 motieven van 3.119 ouders genoteerd. Een deel van de ouders gaf meer dan één motief, bijvoorbeeld 'vernoeming naar familie' voor de officiële naam en 'mooie klank' voor de roepnaam, vandaar dat het aantal motieven het aantal ouders overtreft.
Meisjes | Jongens | Gemiddeld | |
---|---|---|---|
1. Vernoemd naar familie | 30,31 | 34,57 | 32,51 |
2. Mooie klank | 34,02 | 29,48 | 31,68 |
3. Mooie naam | 14,46 | 12,48 | 13,43 |
4. Leuke naam | 6,76 | 9,81 | 8,34 |
5. Ongewone/bijzondere naam | 8,75 | 6,64 | 7,66 |
6. Buitenlandse naam | 5,11 | 5,52 | 5,32 |
7. Vernoemd naar idool | 4,97 | 3,85 | 4,39 |
8. Uit voornamenboekje | 4,11 | 4,28 | 4,20 |
9. Past bij naam ander kind | 2,85 | 3,41 | 3,14 |
10. Nederlandse naam | 1,79 | 3,79 | 2,82 |
Vernoemd naar familie
Vernoeming naar familieleden wordt door 32,5% van de ouders genoemd (meisjes 30,3%, jongens 34,6%). Bij de kinderen van de ouders die dit motief niet opgaven, heeft 11 tot 12% van de meisjes en 13 tot 14 % van de jongens in de officiële naam één of meer traditionele namen (Maria, Elisabeth, Johannes, Hendrik en dergelijke). Bij deze kinderen mogen we aannemen dat ze ook vernoemd zijn. Daarmee komen we op een percentage vernoemde kinderen van 45, voor meisjes ongeveer 42%, voor jongens ongeveer 48%. Overigens merk je bij de roepnamen in de meeste gevallen niets van dit motief, want de vernoemingsnamen worden gewoonlijk als tweede en/of derde naam gegeven. Dat levert namen op als Manon Johanna en Daniel Willem Johannes.
Kiezen ouders die aangeven hun kind te hebben vernoemd andere namen dan de ouders die dat naamgevingsmotief niet noemen? Je mag aannemen dat ouders die hun kind bewust vernoemen -- en daar wijst het geven van dit motief op -- behoudender zijn in hun naamkeuze dan ouders die vernoeming niet als naamgevingsmotief noemen. Die veronderstelling blijkt alleen voor de meisjes op te gaan. Bij vernoemde meisjes vinden we namelijk minder nieuwkomers en stijgers (die zijn vastgesteld aan de hand van de resultaten van een NIPO-enquête over de periode 1989-1992; zie de pagina [Populaire namen vroeger en nu]); bij de jongens ontbreekt dit verschil. Alleen bij meisjes blijken ouders die bewust vernoemen dus minder modegevoelig te zijn in hun naamgeving.
Mooie klank, mooie naam, leuke naam en ongewone/bijzondere naam
Het belangrijkste motief bij de naamkeuze vormt het cluster 'mooie klank' (meisjes 34,0%, jongens 29,5%), 'mooie naam' (meisjes 14,5%, jongens 12,5%) en 'leuke naam' (meisjes 6,8%, jongens 9,8%). Het onderscheid tussen 'mooie klank', 'mooie naam' en 'leuke naam' is door de ouders zelf gemaakt. Enigzins in het verlengde van deze esthetische overwegingen ligt het motief 'ongewone/bijzondere naam' (meisjes 8,7%, jongens 6,6%), hoewel hier de frequentie van voorkomen meer accent heeft.
Nadere analyse laat zien dat Denise, Lisa, Kimberley en Sanne vooral om hun mooie klank gekozen worden, dat Sharon, Esther en Kirsten eerder mooi zijn dan mooi klinken en dat Michelle geldt als leuke naam. Tom, Roy, Daan, Jelle en Niels zijn geliefd om hun mooie klank (het feit dat namen uit één lettergreep bestaan vormt blijkbaar geen hindernis), Daniel moet het hebben van zijn imago als mooie naam (qua lengte een buitenbeentje, evenals Sebastiaan, die ook bij de mooie namen zit) en Bart en Rick worden genoemd als leuke namen. Kevin en Tim zijn leuk en mooi, maar worden niet gekozen om hun mooie klank (voor Tim des te opmerkelijk omdat Tom in die categorie juist goed scoort).
De ouders van Melanie en Nick zaten ernaast met hun inschatting een bijzondere, ongewone naam te hebben gegeven, want beide namen staan in de top-15, Nick zelfs op nummer 3. Overigens zitten er in de categorie 'bijzondere/ongewone naam' vaker unieke namen dan bij de andere motieven, dus veel ouders die dit motief noemen, blijken toch wel een idee te hebben van de populariteit van namen.
Buitenlandse of Nederlandse naam
Het motief 'buitenlandse naam' staat op de zesde plaats (meisjes 5,1%, jongens 5,5%) en dat wekt eigenlijk verbazing, want de roepnamen van vreemde herkomst zijn zo nadrukkelijk aanwezig dat het noemen van dit motief overbodig lijkt. Een selectie uit de populaire ontleende namen: Kelly, Denise, Michelle, Jessica, Kimberley, Bianca, Chantal; Kevin, Mike, Patrick, Dennis, Dylan, Jordy, Niels. Bij de bewuste keuze voor een Nederlandse naam valt vooral op dat jongens meer dan twee keer zo hoog scoren als meisjes (respectievelijk 3,8% en 1,8%).
Een belangrijk kenmerk van de moderne voornaamgeving is de vernieuwing van de namenvoorraad door ontlening, vooral uit het Engels en Frans, maar ook wel uit het Italiaans en uit de Scandinavische en Slavische talen. Wanneer we de populaire voornamen van de afgelopen vijftien jaar bekijken, dan valt op dat ontleningen bij de jongensnamen veel minder voorkomen dan bij de meisjesnamen. Bij de populaire jongensnamen vinden we nog veel Nederlandse namen. Voor het merendeel zijn dat traditionele namen die vroeger niet tot de veel voorkomende behoorden, zoals Jeroen, Bart, Maarten, Paul, Sander, Mark, Wouter, Bas, Robert en Stefan. Dit zijn allemaal namen die hier al eeuwen bekend zijn, maar niet als de meest gangbare gelden (plaatselijk of regionaal kan dit wel het geval zijn). Bij de populaire meisjesnamen zijn dergelijke namen nauwelijks aanwezig, te noemen zijn Janneke, Maaike, Sanne en Maartje.
Engelse namen zijn voor beide groepen erg geliefd, denk aan Danny, Jennifer, Patrick, Joyce, Kevin en Wendy. Ook voor de Scandinavische en Slavische namen geldt dat ze bij jongens en meisjes voorkomen, voorbeelden zijn respectievelijk Ingeborg, Niels, Kirsten en Sven en Natasha, Joeri, Katinka en Boris (met uitzondering van Kirsten, Niels en Sven behoren deze namen niet tot de top-namen).
Het verschil tussen jongens en meisjes wordt duidelijk bij het aandeel Franse en Italiaanse voornamen. Er zijn heel wat Franse meisjesnamen populair geworden, zoals Chantal, Manon, Marielle, Monique, Danielle en Nicole, en ook enkele Italiaanse namen zijn veel gegeven (Anita, Bianca en Sandra), maar onder de jongensnamen zijn Franse en Italiaanse voornamen een zeldzaamheid, althans de afgelopen vijftien jaar. Te noemen zijn respectievelijk Maurice, Pascal, René en Ricardo; zij scoren echter niet erg hoog (Marcel, Michel, René en Marco waren in de periode ervoor wel geliefd).
Samengevat komt het erop neer dat Nederlandse namen veel bij jongens, maar weinig bij meisjes voorkomen en dat Franse voornamen, en in mindere mate Italiaanse, voor meisjes erg in trek zijn, maar bij jongens slechts sporadisch zijn aan te treffen.
Vernoemd naar idool
De invloed van vernoeming naar idolen is niet erg groot, slechts 4,4% van de ouders geeft aan zich te hebben laten inspireren door een popster, sporter, filmster, een naam in een liedje en dergelijke (meisjes 5,0%, jongens 3,9%).
In het algemeen geldt de regel dat idolen geen invloed hebben op de populariteit van namen, maar daarop moeten vanuit het NIPO-onderzoek twee uitzonderingen gemaakt worden. Bij Kaylee (ook Cayleigh, Keyley en andere spellingvarianten) en Dylan wordt namelijk in de helft van de gevallen het motief 'vernoemd naar idool' genoemd. Andere namen waarbij dit motief wel eens genoemd wordt, zijn Demi en Michelle (naar de actrices Demi Moore en Michelle Pfeiffer?) en Mitchell en Brian/Bryan (welke idolen schuilen hierachter?).
Hoewel vernoeming naar idolen weinig voorkomt, maken de massamedia ons wel bekend en vertrouwd met veel namen; ook kunnen ze het image van een naam beïnvloeden. Zo zullen de meeste ouders die hun kind Linda hebben genoemd, niet direct aan Linda de Mol hebben gedacht. Toch zal haar regelmatige verschijning op de televisie een bijdrage hebben geleverd aan het positieve beeld dat de ouders van de Linda's van deze naam hebben.
Uit voornamenboekje
Ruim 4% van de ouders zegt de naam uit een voornamenboekje te hebben gehaald. Daarmee is het belang als inspiratiebron vergelijkbaar met idolen.
Titels van voornamenboeken vindt u op de pagina Titels van boeken en artikelen over voornamen.
Past bij naam ander kind
Het motief 'past bij de naam/namen van het andere kind/de andere kinderen' staat op de negende plaats, maar omdat lang niet alle ouders in het onderzoek meer dan één kind hebben, mogen we aannemen dat dit motief zeker geen onbelangrijke overweging bij de naamkeuze is.
Overige motieven
Buiten de top-10 van motieven vinden we nog een aantal overwegingen van ouders die vermeldenswaardig zijn. Het motief 'zelf bedacht, was geen bestaande naam' (op nummer 11 met ruim 2%) blijkt niet altijd de lading te dekken: bij de 31 meisjes waarbij dit motief genoemd wordt zijn slechts 9 namen te vinden die -- voor zover ik kan nagaan -- geen bestaande naam zijn; voorbeelden zijn Myrian (een vermenging van Myriam en Marian, lijkt me), Robie (uitbreiding bij Rob? variant van Ruby?), Jolinde (vermoedelijk een samenstelling van Jo- uit Johanna en -linde uit Rosalinde, Rolinde, etc.) en Jarlot (op basis van Charlotte?); bij de 34 jongens waarbij het motief 'zelf bedacht, was geen bestaande naam' werd genoemd, zijn slechts 3 namen met onbekende herkomst te vinden, te weten Jar, Grion en Kawai.
De bewuste keuze voor een korte/eenvoudige naam wordt bij jongens ongeveer twee keer vaker gemaakt dan bij meisjes (respectievelijk 2,3% en 1,2%). Ook lijken de ouders bij jongens een betere kijk te hebben op wat kort en eenvoudig is: van de 40 jongens bij dit motief hebben slechts 3 een naam van meer dan één lettergreep, terwijl er bij de 20 meisjes 6 namen met meer dan twéé lettergrepen zitten.
Opvallend is de niet onaanzienlijke positie van het motief 'bijbelse naam/vanuit het geloof' (1,7% en daarmee op de 13de plaats). Bijzondere namen bij dit motief zijn bij de meisjes Jedidja (eigenlijk een jongensnaam), Loïs en Tirza en bij de jongens Kaleb, Jonathan (alleen als officiële naam), Nathan en Nathaniël.
Vernoeming naar een kind in de buurt scoort weliswaar niet erg hoog (1,6%), maar biedt toch een interssante kijk op hoe namen zich soms verspreiden.
De betekenis van de naam blijkt zelden van belang bij de naamkeuze (meisjes 1,5%, jongens 1,1%), ondanks de beschikbaarheid en toegankelijkheid van voornamenboekjes. Overigens kun je je afvragen waarom dit motief bij Mathilde en de variant Machteld (Germaans 'macht' en 'strijd') en bij Martijn (< Martinus < Martius 'van Mars', de god van de oorlog) genoemd wordt. Opmerkelijk zijn hier Roos en Koen, aangezien de oorspronkelijke betekenis daarbij nog gevoeld wordt.