Korte geschiedenis van het wetenschappelijke naamonderzoek

Het wetenschappelijke onderzoek naar namen is niet van alle tijden. In dit korte overzicht willen we het begin van de geschiedenis van de naamkunde aanstippen en tevens kort aangeven hoe men vandaag de dag te werk gaat.

Kort historisch overzicht

Onomastiek (HYPERLINK) is niet iets van alle tijden. Vóór de negentiende eeuw zal er heus wel eens incidenteel onderzoek zijn gedaan naar een persoons- of plaatsnaam, maar pas vanaf 1800 wordt dit onderzoeksveld echt wetenschappelijk gesystematiseerd. Niettemin, werd dit eerste werk uitgevoerd door amateurs, dat wil zeggen onderzoekers, die van huis uit geen taalkundigen waren. In het begin lag vooral de nadruk op onderzoek naar toponiemen (HYPERLINK).

Tussen 1797-1800 deed de arts F. Grigny in Vlaanderen etymologisch onderzoek naar Belgische steden.

Een vroeg voorbeeld van antroponymisch (HYPERLINK) onderzoek is Verhandeling over de eigennaamen der Friesen (1774) van E. Wassenbergh.

Als beginpunt van de antroponymiestudie in Vlaanderen kunnen we “Etudes sur l’origine des noms patronymiques flamands” (1876) van Gustave van Hoorebeeke noemen.

Moderne ontwikkelingen

De computer heeft de afgelopen jaren uiteraard nieuwe mogelijkheden geschapen voor allerlei soorten studie, waaronder de persoonsnamenstudie. Het hele Belgisch Rijksregister is nu elektronisch beschikbaar gesteld, dat ten grondslag ligt aan de Atlas van de familienamen in het Nederlandse taalgebied. Ann Marynissen heeft verschillende publicaties over deze data op haar naam staan m.b.t. de morfosyntaxis (woord- en zinsniveau) en de geografische spreiding van familienamen. Het zijn vooral Vlaamse onderzoekers geweest, die nieuwe taalkundige benaderingen in de naamkunde hebben geïntroduceerd.

In deze sectie: